Imago
Imago en branding, als onderdeel van de externe communicatie, is een deel van mijn werkterrein.
Regelmatig wordt daarvoor een rondje shoppen ingevuld samen met mijn cliënt.
Kledingzaak in, winkelketen uit. Jurken / broeken afkeuren, colberts /blazers aanreiken, gevolgd door sjaals, vesten…. uiteindelijk komt er een eind aan!
Na het eerste uur is er meestal al een behoorlijke score neergezet.
Ben ik met iemand van de mannelijke wereldhelft op stap, volgt er geregeld een onderonsje met een enthousiaste verkoopster (ken jij ook die reclame van die man met die laarzen met ribbeltjes – gniffel, gniffel – grinnik, grinnik).
Maar naarmate de tijd verstrijk, wordt die reclame onbekend….
Vervolgens een terrasje….
Voor een heerlijke lunch in de binnenstad van Deventer. En is het kkkkkkoud? Dan hebben ze in Deventer verwarmde terrassen; wat een uitvinding!
We hebben het dan ook verdiend en na een half uurtje genieten, gaan we dan weer hurry-up naar de volgende invalshoek.
Ach ja, het “zware” leven van een stylist/coach!
Het gaat om die “kick” en feitelijk wordt die iedere keer weer behaald, want eerder ben ik niet tevreden.
De cliënt straalt al-dan-niet gepaste trots uit in zijn / haar nieuwe lijfbedekking en het verkopend personeel is weer helemaal in de nopjes met de wetenschap van een tevreden klant (stylist).
Dat imago hoort helemaal bij de persoon te passen
Dus extravagant voor wie dat past en exclusief voor wie zich daar helemaal in thuis voelt.
Over smaak valt absoluut niet te twisten!
Dus compleet afgesteld op dat wat de persoon aan interne belevenissen ervaart; zit als een oude jas, voelt zo heerlijk aan de benen en doet de ogen stralen. Ja, dat imago… prachtig!
Het heeft totaal geen zin het om te draaien en de persoon aan te passen aan het hedendaagse modebeeld; de uitstraling gaat dan teniet; de effecten gaan verloren en de persoon zelf gaat in no-time op zoek naar een heerlijk oude sweater met een faalgewassen joggingbroek!
Nee, succes verzekerd wanneer de persoon en het imago onverbrekelijk verbonden zijn en op elkaar afgestemd, zonder concessies, zonder “ja,… maar…”
Na zo’n succesvolle winkelsessie wordt ik altijd wat balorig
Ik krijg er dan niet echt genoeg van en zoek ik een gewillig ‘slachtoffer”. Een paar jaar geleden leek het mij een goede zaak de hond van een regenjasje te voorzien. Zomaar voor de “fun”.
U zucht? Zo van: “Hoe kon je dat die hond aandoen?”
Medelijden is overbodig. Het hondje had dat nodig als het regende (dat medelijden, bedoel ik), want hoewel ze een hele korte vacht had, was het wel een dikke vacht en het duurde uren voor het weer droog was.
Het hele huis rook dan naar “hond” en zijzelf keek mij dan beschuldigend aan wanneer ze buiten kwam en het regende. Goede raad is duur (letterlijk) dus nam ik de hond mee naar de dierenspeciaalzaak voor een pasronde.
Ze onderging het met een tevreden geknor
Niets geeft zo goed bij een Franse Buldog het humeur weer dan de knor-status!
Het rode dekje was te klein, maar er was ook een knalgele hondenregenjas, met mouwtjes voor de voorpootjes en een capuchon voor de oortjes. De maat was iets te klein, maar het had wel wat.
Samen met de verkoopsters werd het grinniken, lachen en zelfs schateren, maar mijn dochter zag er de lol niet van in.
Het argument dat het de hond niet makkelijk zou afgaan haar behoeften te doen zonder mij tot wasvrouw te bestempelen, gaf mijn dochter het beoogde effect van een succesvolle missie.
“Ach, Mam, “ zei ze uiteindelijk “…dan koop je straks die rode in de goede maat. Die staat haar prima.” (De totale bestelling was nog niet binnen.) Ik slaakte een zucht van verlichting.
Zo herkende ik mijn dochter weer.
Jarenlang hebben onze katten erin moeten berusten met een poppenjurkje, een poppennachthemdje of poppenbruidsjurk, dasje en mutsje te moeten lopen en dan zou ons Catootje geen regenjasje mogen?
Trouwens, het ging tenslotte ook om haar imago…. een extravagante!
En dat rode dekje?
Ze heeft er jaren van genoten. Met geknor!
Inmiddels moeten we ons Catootje missen. Na 13 jaar en 8 maanden ging ze naar de hondenhemel en heeft tot vrijwel de laatste dag haar ondeugende snuit komisch ingezet.
Maar de vraag ontstaat “wat ga ik nu met mijn balorige buien doen”?
Want het werken met branding is nog steeds leuk en die balorigheid blijft. Het grote voordeel van een gemixt cliëntenbestand is dat er geregeld een Dress 4 Succes sessie wordt aangevraagd bij het wisselen van de seizoenen en dat de sessies elkaar opvolgen.
Imago is een dingetje
Hoe je het of went of keert, de cliënt verandert weinig, het imago ook en de mode heeft het nakijken.
Mode vertegenwoordigt vanuit de basis het imago van de ontwerper. Passen drager en ontwerper bij elkaar?
Perfect; aansluiten in de rij met Audrey Hepburn, Marilyn Monroe, Catharine Middleton, Selena Gomez en aan de andere kant Brat Pitt, David Beckham, Bob Dylan, Paul Newman en al die andere interessant dames en heren die hier niet in het rijtje zijn gezet.
Wanneer veroudering aantreedt
Dan wordt het nog interessanter. Want hoe zien die style icons er dan uit? Diverse namen heb ik overwogen tot ik de foto’s van de verouderde figuren zag die net DAT miste wat hun uitstraling destijds zo uniek maakte.
Een rimpel meer of minder is onbelangrijk, maar de uitstraling wel.
Het grote voorbeelden hierin zijn Jane Fonda, Kurt Russell en Goldie Hawn om er een paar te noemen. Om zelf een paar vergelijken te maken, is er een site met een behoorlijke lijst namen.
Sommige mensen vergaren uitstraling naarmate ze ouder worden en branding wordt dan met de dag leuker. Maar wanneer de uitstraling vervaagd, is het nodig die hulpmiddelen te geven.
Mensen worden niet iemand anders naarmate de jaren verstrijken en het is van belang het “pakketje” compleet te houden.
De grijze massa’s
Daarmee bedoel ik zowel het geestelijk vermogen als de haarkleur.
Voor het geestelijk vermogen is het van belang nieuwe dingen te blijven leren doen.
– Dus als 80-jarige een laptop aanslingeren en een VLOGje maken? DOEN.
– Die irritante kubus weer eens oppakken? DOEN.
– Mindset Workshop? ABSOLUUT.
– Wandelen en handelen? ZEKER.
Mensen gedragen zich niet verouderend door veel werken, maar door verveling. En met name verveling in de grijze cellen. Dus beentjes van de vloer en op naar de dansavond.
Haarverf is ook vasthouden van uitstraling
Over het algemeen wordt het als een vrouwending gezien, maar dat zou na 2000 echt geschiedenis moeten zijn.
Er zijn maar weinig mensen die het “peper en zout kleurtje” flatteren.
Misschien onbekend, maar tegenwoordig bestaat het beroep kapper niet meer alleen in het (aan)smeren wat men gewend was, maar ook het adviseren van een persoonlijke look.
Niet ieder kapper is die eigenschap toebedeeld, maar ze zijn er wel die de mode durven over te slaan en naar de man of vrouw kijken wat daar als ondersteuning van uitstraling kan worden toegevoegd, geknipt en gekruld en geblowd kan worden.
Soms is de originele haarkleur het beste en soms een tussenvorm van “oud” en “nieuw”. Geboren en getogen in de kapperswereld maak ik nog regelmatig gebruik van wat mij geleerd is, paplepel-matig is ingegeven en wat de ervaring heeft verankerd om er een kapper mee aan het werk te zetten.
Geef een reactie